Meteen naar de inhoud

Over ons

Geschiedenis en visie

Evangeliegemeente De Deur is verbonden aan de Christian Fellowship Ministries, een samenwerkingsverband van ongeveer 2200 kerken in meer dan 100 verschillende landen verspreid over alle continenten. Onze kerk ontstond aan het begin van de zeventiger jaren als voortvloeisel van de Jesus People Movement. In die tijd was er een enorme geloofsopleving of opwekking onder jongeren in Amerika en met name onder de hippies. Velen kwamen tot bekering, ervoeren God en veranderden totaal. Toen deze op zoek gingen naar kerken waar ze zich bij aan konden sluiten, kwamen ze tot de ontdekking dat de meeste kerken niet op hun zaten te wachten.

Wayman Mitchell, een voorganger van een kerk in Arizona zag hun vuur en enthousiasme in het geloof en wilde hun graag verder helpen.
Al snel ontstond er een bruisende kerk en er kwamen velen bij. Het verlangen ontstond al snel om ook andere steden en landen te bereiken. Dit kwam voort uit wat in de bijbel staat, het zendingsbevel in Mattheus 28: “Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen”. Zo werden echtparen ondersteund om naar andere steden te gaan om nieuwe kerken van de grond af aan op te bouwen met nieuwe christenen, door mensen op straat en overal aan te spreken over het evangelie. Deze nieuwe christenen werden vervolgens geholpen om op te groeien tot geestelijke volwassenheid zodat ze op hun beurt discipelen konden maken. Dit principe wordt nog steeds toegepast, zodat er in vele landen kerken zijn ontstaan (inclusief China, Rusland en India) en inmiddels elk continent meerdere kerken heeft. Evangelie Gemeente De Deur in Nederland ontstond in 1978 als een kleine bijbelstudiegroep die zocht naar richting en het plan van God. De visie van evangelisatie, discipelschap en kerkplanten zette de groep in vuur en vlam. Er zijn tientallen kerken in Nederland en het buitenland uit voortgekomen.

Op 9 oktober 1929 werd deze Wayman Mitchell geboren, in een wereld van economische depressie en leegloop van kerken. Hij groeide op in Prescott, Arizona, en in zijn jeugd groeide hij op in een gebroken gezin. Na zijn diensttijd trouwde hij met zijn vrouw Nelda en nadat hun eerste kind aan longontsteking was overleden, zetten beiden hun eerste aarzelende stappen richting God. Dit werd al gauw een sleur en pas toen Mitchell op zijn geloof werd aangevallen door een Mormoon, realiseerde hij zich zijn eigen verantwoordelijkheid in het kennen van Gods Woord. Toen hij daarop de bijbel ging bestuderen, ontdekte hij de verlossende kracht van het bloed van Jezus Christus.

Tijdens een kerkdienst in 1955 werd Mitchell na een bekeringsgebed vervuld met de heilige Geest en hij begon, net als de apostelen op de pinksterdag, in andere tongen te spreken. Dit was een geheel nieuwe en overweldigende ervaring voor hem, want het feit dat hij bijna niets wist over de heilige Geest en het spreken in tongen, bewees dat God met hem aan het werk was. Op dat moment kreeg hij een profetie over dat God zou gaan bewegen “in de landen van de wereld en de eilanden van de zee”.

Na deze dienst was Mitchell niet meteen de man van de grote opwekkingsbeweging, hij stopte de eerste maanden zelfs niet eens met roken. Maar God was met hem aan het werk. Zijn roeping om te preken kwam korte tijd daarna en toen hij met zijn voorganger daarover sprak, gaf deze hem het advies naar een bijbelschool te gaan.

Toen Mitchell op de bijbelschool kwam, bleek dat helemaal niet hetgeen te zijn wat hij zich ervan had voorgesteld. In plaats van er te leren hoe je zondaren tot bekering brengt, kreeg hij allerlei bestuurlijke theorieën en religieuze doctrines voor zijn kiezen. Het was zelfs zo erg dat velen in de faculteit van de school neerkeken op Goddelijke genezing, de gaven van de heilige Geest en de opwekkingsbediening. Uiteindelijk kreeg hij op de school wel een fundamentele kennis van Gods woord, maar praktisch was hij onvoor bereid op de dagelijkse realiteit van het leven. Na de bijbelschool kreeg Mitchell zijn eerste bediening als jeugdpastor van een kerk in Phoenix. Het enige wat hij daar bereikte, was dat de religieuze mensen woedend werden, omdat hij tegen de jeugd preekte over zonde. En dat nog wel in bijzijn van hun vriendjes. Gelukkig kwam er snel een aanbieding om een kerk over te nemen in het plaatsje Wickenburg, een kerk met een problematisch verleden. Hier leerde hij veel dingen van evangelisten en andere pastors over het krijgen van opwekking en hij ontdekte geestelijke waarheden die sleutels bleken te zijn voor kerkgroei.

Na deze kerk werd Mitchell van de ene ‘probleemkerk’ naar de volgende gestuurd, elke keer om het puin te ruimen. De leiding van het kerkgenootschap zag hem als een ‘boertje’ die ze nooit een volwaardige kerk zouden geven, maar die wel goed genoeg was problemen op te lossen die door anderen waren veroorzaakt. En met de tijd kreeg Mitchell een andere visie dan de leiding. Hij voelde absoluut geen verplichting om de ‘gevestigde machten’ te plezieren en hij kwam er achter dat programma’s niet de manier zijn om mensen te winnen. De leiding was altijd gefocust geweest op dingen als zondagsschool en christelijke kampen, maar Mitchell zag dat dit niet meer was dan ondersteuning van de kerk, niet het middelpunt van de bediening. Ook het principe om jonge mannen naar de bijbelschool te sturen, werd spoedig door Mitchell herzien. Een paar mannen die vurig begeerden om iets voor God te kunnen betekenen, kwamen uitgeblust en geestelijk dood van de bijbelschool terug. Vanaf dat moment besloot Mitchell de mannen zelf te trainen in de praktijk.

Toen werd Mitchell een andere ‘probleemkerk’ aangeboden en in 1970 nam pastor Wayman Mitchell deze kleine kerk over in Prescott, Arizona. Deze kerk van 35 mensen had daarvoor vele problemen doorstaan, maar Mitchell vond hier mensen die zich bruikbaar opstelden en naar zondaren wilden uitreiken.

In die tijd was er een grote opwekking gaande onder de hippies en hieruit ontstond de ‘Jesus People’-beweging. Deze ‘Jesus People’ begonnen met duizenden tegelijk door de straten te marcheren, vertelden iedereen dat Jezus hun hart veranderd had en dat Hij hen vrij gemaakt had van drugsverslaving, leegte en doelloosheid. Zelfs enige grote kranten in de Verenigde Staten schreven hierover. ‘Time Magazine’ verklaarde: “Jezus leeft volop in het radicale geestesvuur van een groeiend aantal jonge Amerikanen Dit is hun boodschap: de bijbel is waar, er gebeuren wonderen” (Time Magazine, 21 juni 1971). ‘Het Beste’ verhaalt over samenkomsten in Houston, Texas waar 11.000 jonge mensen naar voren gaan om zich te bekeren en voor Jezus te gaan leven (Reader’s Digest, maart 1972). Prescott lag in die tijd op een drukke hippie-route en de kerk bereikte veel hippies met het evangelie.

Mitchell trainde de mensen in de Prescott-kerk op basis van zijn ervaring en uiteindelijk was het zo dat de kerk in Prescott in staat was om enkele van deze mannen naar andere steden te sturen om daar nieuwe kerken te beginnen. Zo was de basis gelegd voor een beweging die steeds grotere vormen aannam. De kerken die vanuit Prescott waren uitgestuurd, werden met de tijd sterk genoeg om zelf weer echtparen uit te sturen naar andere steden. Mitchell kreeg geregeld open deuren om ook in het buitenland aan het werk te kunnen en al gauw gingen er mannen naar onder andere Mexico, de Filippijnen en Australië om kerken te planten.

NEDERLAND

De open deur in Nederland was er in 1978 in de vorm een kleine bijbelstudiegroep in Steenwijk. De groep bestond uit ongeveer 30 personen en verlangde naar een pastor. Één van de discipelen nam toen de leiding op zich. Mitchell steunde hem in het bouwen van de kerk en haalde hem regelmatig over naar de halfjaarlijkse  bijbelconferenties die in Prescott worden gehouden. Zo werd de visie van de CFM in de Nederlandse fellowship ingeplant. De kerk verhuisde vervolgens naar Zwolle en begon daar te groeien. Uiteindelijk was ook deze kerk sterk genoeg om mannen uit te sturen naar andere steden. Daarnaast nam Evangeliegemeente De Deur in Nederland ook de verantwoordelijkheid op zich voor een halfjaarlijkse Europese bijbelconferentie..